Een effectiever pad naar gemeentelijke opschaling

Opinie: Yorick van den Berg

Na de wisselende successen op het vlak van gemeentelijke opschaling legt het nieuwe kabinet de bal bij de provincies. Provincies moeten het doen zonder nieuwe wet- en regelgeving en zonder een duidelijk instrumentarium. Provincies kunnen te rade gaan bij de vijf criteria van het ‘Beleidskader gemeentelijke herindeling’ van het vorige kabinet, maar die werken soms in tegengestelde richting.

Ik stel de volgende aanpassingen op deze criteria voor:

Draagvlak

Het kader verwacht draagvlak bij bestuur en inwoners. Dit alleen werkt niet want het geeft lokale bestuurders de kans de uiterst krachtige democratiekaart te spelen. Daarom moet draagvlak juist ook worden gezocht in de regio, bij maatschappelijke organisaties, regionale instellingen en het bedrijfsleven. Zij kunnen lokale tunnelvisie voorkomen.

Interne samenhang

Het kader vraagt om interne samenhang waarin gemeenten meer zijn dan een administratieve eenheid. Met dit argument wordt nu de status quo gehandhaafd, er is immers altijd wel verschil te onderkennen tussen buurgemeenten op sociaal-cultureel en economisch vlak. Sterker nog, kleinere satellietgemeenten zijn vaak te beschouwen als ‘contramal’ voor de stad. Verschillen in sociaal-economische achtergrond zijn dan juist een motief voor opschaling. Het criterium interne samenhang is daarmee te ambivalent om binnen de discussie rond herindeling te worden gebruikt. Het criterium kan dus beter worden geschrapt.

Bestuurskracht

Het criterium bestuurskracht gaat om het ‘… in staat zijn maatschappelijke opgaven op te pakken en wettelijke taken adequaat te vervullen waarbij recht wordt gedaan aan en in het belang van de maatschappelijke omgeving wordt gehandeld’ en ‘Dit kan als het bestuur sturing kan geven aan beleid zonder te veel afhankelijk te zijn van samenwerkingsverbanden …’. Helaas ontbreken inwoners en maatschappelijke organisaties als belangrijk contribuant aan de gemeentelijke bestuurskracht. Het argument van de samenwerkingsverbanden is ook ongelukkig gekozen. Gemeenten mogen best afhankelijk zijn van samenwerkingsverbanden, mits ze er bovenop zitten en hun democratische taak niet verzaken. Het nieuwe criterium bestuurskracht zou daarom als volgt kunnen luiden: ‘Bestuurskracht is het vermogen van de gemeente én de samenleving om gezamenlijk een strategische agenda op te stellen en uit te voeren om tot oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken te komen’.

Evenwichtige regionale verhoudingen

Bij het criterium evenwichtige regionale verhoudingen moeten gemeenten aantonen hoe zij zich verhouden tot andere gemeenten in de regio en wat het effect is van hun schaal op de regionale verhoudingen. Het criterium moet verlegd worden naar de regionale impact van de gemeente. Gemeenten dragen bij aan de ontwikkeling van de regio en zijn daarin partners zonder zich te ontpoppen als hindermacht.

Duurzaamheidscriterium

Het duurzaamheidscriterium moet voorkomen dat een nieuwe gemeente op korte termijn weer bij een herindeling wordt betrokken. In geen enkel herindelingsvoorstel kan aan deze vereiste worden voldaan. Laten we het criterium duurzaamheid daarom vervangen door het criterium tijdigheid. Met tijdigheid bedoel ik dat indien de regio opschaalt het geen pas geeft om je als gemeente afzijdig te houden.

Wilt u over deze aanpassingen van gedachten wisselen? Ik ga graag in gesprek met u.

Met deze aanpassingen ontstaat naar mijn idee een effectiever kader om het bestuurlijke opschalingsproces te versnellen en met valide argumenten te onderbouwen. Ik ga graag hierover in gesprek met u.

Yorick van den Berg
E: y.berg@bubag.nl
T: 06 5069 5345

 

November 2017

Het artikel is eerder geplaatst op de opiniepagina van Binnenlands Bestuur.